Wat is een ongeval, een oorlogskwetsuur, een ziekte of een traumatisme?
a. Definitie (arbeids)ongeval
Een ongeval is een gewelddadige en toevallige gebeurtenis welke al dan niet een bloedstorting heeft veroorzaakt.
Het ongeval dat door een plotselinge gebeurtenis tijdens en door de uitoefening van de arbeidsovereenkomst of het ambt is gebeurd en een letsel heeft veroorzaakt. Het ongeval dat gebeurt op de normale weg naar en van het werk wordt ook als arbeidsongeval beschouwd. Een arbeidsongeval is eveneens een ongeval dat een werknemer buiten de uitoefening van zijn dienst heeft maar dat veroorzaakt is door een derde wegens het ambt dat de werknemer uitoefent.
b. Definitie oorlogskwetsuur
Een oorlogskwetsuur is de kwetsuur welke, tijdens een oorlogsactie, door een oorlogstuig teweeggebracht werd en al dan niet een bloedstorting heeft veroorzaakt..
c. Definitie traumatisme
Het traumatisme is het gevolg van mishandelingen door de vijand. Onder traumatisme dient verstaan te worden om het even welk letsel veroorzaakt, hetzij door een uitwendige mechanisch werkende kracht, hetzij door verbranding of verstikking, tijdens de aanhouding, de achtervolging, de ondervraging of de gevangenhouding door de vijand of door personen welke diens politiek of oogmerken dienen.
Het begrip ‘trauma’ heeft oorspronkelijk betrekking op lichamelijk letsel, en in deze zin wordt het nog steeds gebruikt, maar we spreken ook van een trauma als het gaat het om herinneringen aan schokkende gebeurtenissen die zich blijven opdringen, waaronder angstwekkende beelden zoals herbelevingen, flashbacks en nachtmerries. Andere klachten die vaak voorkomen zijn schrik- en vermijdingsreacties. Men spreekt dan meestal van een ‘posttraumatische stress-stoornis’ (PTSS).
d. Definitie ziekte
Onder ziekte dient verstaan, al de lichamelijke of geestelijke stoornissen welke het gevolg zijn van de volbrachte dienst, de geleverde prestaties en niet gerangschikt kunnen worden onder de bovenstaande artikels a. tot c.
Bedoeld wordt dus elk lichamelijk letsel (kwetsuur, ongeval, beroepsziekte).
Niet iedere ziekte die men op het werk oploopt is een beroepsziekte. Beroepsziekten zijn ziekten die veroorzaakt zijn door het uitoefenen van een beroep. Er bestaat een officiële lijst die een aantal beroepsziekten opsomt, maar het is ook mogelijk om een ziekte als een beroepsziekte te laten erkennen als die niet op die lijst staat.
Omschrijving van het begrip “in dienst en door de dienst”
a. Definitie “in dienst en door de dienst”
De commissies van vergoedingspensioenen zijn de enige die bevoegd zijn om te bepalen of een schadelijk feit “in dienst” en “door de dienst” gebeurd is. Op basis van de huidige rechtspraak, kunnen deze begrippen niettemin als volgt worden begrepen:
(1) “in dienst” betekent: terwijl de militair tot de soldij- of weddetrekkende getalsterkte behoort, zonder hetzij met verlof of vergunning, hetzij voorlopig in een burgerlijke gevangenis opgesloten of onwettig afwezig te zijn.
(2) “in dienst en door de dienst” betekent: tijdens de uitvoering van een prestatie of van een dienst, welke door een reglement of door een chef voorgeschreven is.
b. Verduidelijking
(1) De uitdrukking “door de dienst” moet niet op beperkende wijze worden uitgelegd. Wanneer het voorval heeft plaatsgehad omdat de man (of vrouw) een bevel uitvoert, moet het recht op pensioen erkend worden
(2) De voorwaarde “door de dienst” moet als vaststaand beschouwd worden van het ogenblik af dat de oorzaak van een kwetsuur of gebrekkigheid gelegen is in de omstandigheid die ontwijfelbaar (stellig) verband houdt met de uitvoering van de militaire dienst, op voorwaarde, wel te verstaan, dat die oorzaak niet aan de wil, aan een schuld of aan een klaarblijkelijke onvoorzichtigheid van de betrokkene te wijten is.
(3) Inzake de vergoedingspensioenen houdt de commissie voor vergoedingspensioenen alleen rekening met voormelde definitie, volgens welke een militair met verlof of vergunning NIET in dienst is. Elke andere interpretatie hernomen van een ander reglement of van een andere wetgeving wordt niet in aanmerking genomen. Er dient bovendien op gewezen dat de vereiste “in dienst” gecombineerd moet worden met de voorwaarde “door de dienst”, opdat er aanspraak zou kunnen gemaakt worden op het voordeel van de SWVP.
(4) Uit de rechtspraak van de Raad van State (R.v.St.) kan bovendien worden afgeleid dat:
- (a) de militair die werkzaam zijn binnen het raam van de Militaire Technische Samenwerking, en die er het slachtoffer worden van een ongeval in dienst en door de dienst, onder de toepassing vallen van de SWVP;
- (b) de militair die bijvoorbeeld fungeren als VN-waarnemer, eveneens een beroep kunnen doen op de SWVP in geval van dienstongeval. Dit geldt enkel voor de militair die rechtstreeks door de UNO worden aangeworven.
- (c) een marsbevel GEEN garantie biedt dat een ongeval wordt aanzien als een ongeval “door de dienst”. Dit kan van belang zijn in het geval een militair deelneemt aan een activiteit op strikt vrijwillige basis en waarvoor hij toch een marsbevel krijgt (deelname op vrijwillige basis aan een Te Deum of aan een plechtigheid in een petergemeente of –stad in het kader van 11 november (wapenstilstand), vrijwillige deelname ten individuele titel aan sportevenementen, …). Opgemerkt dient ook dat een medische fout tijdens een medische behandeling in het militaire hospitaal voor een aandoening vreemd aan de dienst niet noodzakelijk wordt aanzien als een ongeval “door de dienst”. Het dienstverband zal dus steeds geval per geval worden onderzocht op basis van de feitelijke omstandigheden.
(5) Sportongeval tijdens de dienst: wordt beschouwd als een ongeval “in dienst en door de dienst” en kan dus het recht openen op een vergoedingspensioen.
c. Trajecten van en naar de plaats van het werk
Met de uitvoering van een dienst welke door de reglementen is voorgeschreven, wordt gelijkgesteld, wat de eventuele toepassing van de SWVP betreft, de door een militair in werkelijke dienst normale afgelegde weg (zie DGJM-REG-ACCINC-001), welk vervoermiddel er ook moge worden gebruikt, om zich van zijn verblijfplaats of van de plaats waar hij een maaltijd gebruikt, naar de plaats te begeven waar hij zijn betrekking uitoefent en omgekeerd.
In zijn arrest nr. 6343 inzake Dierendonck van 04 Jul 57 heeft de Raad van State gepreciseerd dat “de daad van een militair zich bij zijn eenheid te vervoegen een handeling is, gepleegd ter uitvoering van een bevel en daarom een feit van de dienst is”.
Zonder dat een uitdrukkelijke wetsbepaling voorlag, heeft de administratieve rechter (= de commissies voor vergoedingspensioenen) zodoende het recht op het vergoedingspensioen tot het ongeval op de reisweg uitgebreid. Deze rechtspraak heeft verder gepreciseerd dat het slachtoffer van een ongeval op de reisweg in beginsel gerechtigd is op de toekenning van een vergoedingspensioen, tenzij door één of ander feit het stellig verband met de dienst wordt verbroken.
d. Rol van de eenheden
Hun taak bestaat er vooral in een omstandig relaas van de gebeurtenissen, met inbegrip van de dienstomstandigheden, te geven, maar het is de exclusieve bevoegdheid van de commissie voor vergoedingspensioenen om een definitieve kwalificatie te geven. Een heel duidelijk verschil moet gemaakt worden tussen het administratief onderzoek dat tot doel heeft te bepalen of het departement of één van zijn agenten een fout begaan heeft en de documenten die aan de Pensioendienst voor de Overheidssector geleverd moeten worden. Het slachtoffer of zijn rechthebbenden dienen te kunnen beschikken over de noodzakelijke medische attesten en verklaringen van getuigen, wat hen zal mogelijk maken hun rechten te doen gelden. Er wordt aan herinnerd dat de commissies voor vergoedingspensioenen soeverein bepalen of het slachtoffer of zijn rechthebbenden recht op een vergoedingspensioen hebben. Daardoor is het mogelijk dat de beslissingen van het administratief onderzoek en van de commissies voor vergoedingspensioenen tegenstrijdig zijn.
Invloed van de schuld van de militair
a. Basisprincipe
Uit het voorgaande blijkt dat elke invaliditeit, die tijdens de uitvoering van een door een reglement of door een chef voorgeschreven prestatie of dienst ontstaat, in beginsel verondersteld wordt te zijn veroorzaakt door de dienst. Het feit dat de wil, de schuld of de onvoorzichtigheid klaarblijkelijk is, kan alleen door de commissies voor vergoedingspensioenen bepaald worden. Een handeling die op zichzelf een diensthandeling is, houdt niet noodzakelijk op van dien aard te zijn om reden dat zij door een fout is aangetast.
b. Beslissing
Het komt de feitenrechter (= de commissies voor vergoedingspensioenen) toe, in elk concreet geval waar een door een militair begane fout wordt ingeroepen, na te gaan of deze van zulke aard is dat de handeling het verband met de uitvoering van de dienst verbreekt. In beroep beslist de commissie van beroep of het verband tussen de handeling en de dienst opgehouden heeft.
c. Bewijs van de fout
Het is de Staat die het bewijs moet leveren dat de door hem ingeroepen fout van zulke aard was dat het verband van de handeling met de uitvoering van de dienst verbroken werd. Mogelijke fouten kunnen zijn: het plegen van een misdrijf, dronkenschap, inbreuk op een bevel, vertraging in de uitvoering van de dienst of onvoorzichtigheid, …
De bewijslast
a. De bewijslast
De bewijslast betreffende de vraag of een bepaald schadelijk feit al dan niet onder het toepassingsgebied van de vergoedingspensioenen valt, rust op de aanvrager van het pensioen.
Hij moet door alle middelen (getuigenverklaringen, proces-verbaal, medisch attest, …) bewijzen dat de door hem aangevoerde schadelijke feiten zich hebben voorgedaan in dienst en door de dienst, alsook het oorzakelijk verband tussen deze feiten en de invaliditeit waardoor hij is aangetast.
Het wordt zo de verantwoordelijkheid van elke gegradueerde om de betrokkene of zijn rechthebbende toe te laten de noodzakelijke bewijzen voor het indienen van een vergoedingspensioen te kunnen verzamelen.
b. Model 150 en verklaringen van getuigen
Het doen invullen van het “Model 150” door de eenheidsgeneesheer en de verklaringen van de eventuele getuigen kunnen van doorslaggevend belang zijn voor de bewijslevering van de Mil. Aan de militaire dient steeds een afschrift van het “Model 150” te worden afgegeven.