Procedure en vergoeding

1. Het indienen van een geldige aanvraag

a. Het indienen van de aanvraag

De aanvraag tot het bekomen van een vergoedingspensioen moet op straffe van nietigheid, bij een ter post aangetekende brief U gericht worden aan Pensioendienst voor de Overheidssector

Ontvangst briefwisseling: Federale Pensioendienst (FDP) – Ambtenarenpensioenen Contact Center – Zuidertoren – 1060 BRUSSEL.

b. Aanvragen via de hiërarchische weg

De aanvragen hoeven in principe nooit de hiërarchische weg te volgen, behalve wanneer de betrokkene zich buiten het grondgebied van het Rijk bevindt. In dat geval kan de ter post aangetekende brief vervangen worden door een aanvraag van betrokkene overgemaakt door bemiddeling van de Mil. overheid of van de Belgische diplomatieke diensten.

c. Noodzakelijke elementen van de aanvraag

De aanvraag dient, op straffe van nietigheid, naast de identiteit van de betrokkene (naam, voornaam, adres, stamnummer, …), alle nodige inlichtingen te bevatten nopens de gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot de schade.

Bovendien moet duidelijk de aard van de aangevoerde lichamelijke schade worden opgegeven. Er wordt erop gewezen dat de aandoeningen die door de betrokkene vermeld zijn strikt identiek moeten zijn  met de aandoeningen die door de eenheidsgeneesheer op het Model 150 of op het medisch attest vermeld zijn. Daarom wordt aanbevolen de vastgestelde kwetsuren of lichaamsgebreken eveneens door de geneesheer te laten invullen op het aanvraagformulier of tijdens de raadpleging, met de geneesheer, de eenvormigheid van de aanvraag en het medisch attest na te gaan.

Het wordt ten zeerste aangeraden om de eventuele operatie of zending, tijdens dewelke de schade werd opgelopen, te vermelden. Dit laat toe om de bedragen oorlogstijd te bekomen van in het begin.

Ten slotte moet de aanvraag absoluut ondertekend worden.

d. Medisch attest

Een Model 150 of een medisch attest opgemaakt en ondertekend  door een Mil. of burgergeneesheer naar keuze van de aanvrager, moet bij de aanvraag gevoegd worden    op straffe van nietigheid. De aanvraag kan slechts in aanmerking worden genomen vanaf het tijdstip waarop voor elke kwetsuur of lichaamsgebrek de geneesheer zijn vaststellingen meldt en zijn advies uitbrengt over het aangevoerde verband met de dienst. Als de pensioenaanvraag ingediend werd zonder toevoeging van de vereiste geneeskundige getuigschriften, kan het pensioen slechts ingaan op het ogenblik voorzien in Punt 302. Aangeraden wordt de geneesheer het getuigschrift te laten opmaken ofwel op Model 150 ofwel op papier met hoofdding of met zijn stempel.

e. Verplichte vermelding

De aanvrager, de getuigen en de geneesheer moeten hun verklaringen of vaststellingen beëindigen met de woorden: “Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring echt en volledig is”.

f. Aanvraagmodellen

een model van aanvraag voor vergoedingspensioen hernomen samen met de modellen van “medisch attest” en van de verklaring van getuige, kan opgevraagd worden in de procedures.

g. Opmerking

Alleen originele stukken of voor eensluidend verklaarde fotokopieën kunnen in aanmerking worden genomen.

h. Niet-geldige aanvraag en voornaamste weigeringsgronden

Als aan één of meer essentiële voorwaarden niet is voldaan, kan de aanvraag niet als rechtsgeldig worden beschouwd. Ze zal aan de afzender teruggezonden worden met vermelding van de tekortkomingen en kan pas in aanmerking kunnen worden genomen wanneer deze correct opgesteld is en opnieuw aangetekend naar de Pensioendienst voor de Overheidssector wordt opgestuurd. Dit heeft gevolgen ten aanzien van de ingangsdatum van het toe te kennen voordeel.

g. Voornaamste redenen waarom de aanvragen niet kunnen aanvaard worden:

AANVRAAGGENEESKUNDIG GETUIGSCHRIFT of Model 150
niet SAMEN met een geneeskundig getuigschrift of
MODEL 150 AANGETEKEND (of via de hiërarchische of diplomatieke weg) opgestuurd
Niet SAMEN met de aanvraag AANGETEKEND (of via de hiërarchische of diplomatieke weg) opgestuurd
de lichaamsgebreken stemmen niet overeen met deze vermeld op het geneeskundig getuigschrift of Model 150de lichaamsgebreken stemmen niet overeen met deze vermeld op de aanvraag
niet ONDERTEKENDniet ONDERTEKEND
geen origineel of voor eensluidend verklaarde fotokopiegeen origineel of voor eensluidend verklaarde fotokopie
geen formule “Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring echt en volledig is”geen formule “Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring echt en volledig is” (heeft geen invloed op de ingangsdatum)

2. Termijn waarin de aanvraag ingediend moet worden

Het vergoedingspensioen gaat in de eerste dag van de maand gedurende welke de pensioenaanvraag geldig ingediend werd maar ten vroegste de dag van het schadelijk feit.

Het vergoedingspensioen zal dan ingaan op de dag van het schadelijk feit wanneer de lichamelijke schade te wijten is aan een ongeval of aan een kwetsuur (en dus niet aan een ziekte), indien de pensioenaanvraag geldig ingediend werd voor het verstrijken van de derde maand die volgt op deze gedurende welke het schadelijk feit zich heeft voorgedaan.

Wanneer het slachtoffer zich, ten gevolge van het schadelijk feit, in de lichamelijke onbekwaamheid bevindt een aanvraag in te dienen, kan de Minister die de vergoedingspensioenen onder zijn bevoegdheid heeft een aanvraag toelaten ingediend door een derde in naam van het slachtoffer, voor zover deze aanvraag geldig ingediend wordt gedurende de periode tijdens welke het slachtoffer zich in bovenvermelde toestand heeft bevonden. De Minister kan de ingangsdatum van het pensioen vaststellen op de dag van het schadelijk feit, wanneer het slachtoffer zich in voormelde omstandigheden bevond, indien de pensioenaanvraag geldig werd ingediend voor het verstrijken van de twaalfde maand die volgt op deze gedurende welke het schadelijk feit zich heeft voorgedaan.

Bij overlijden van een militair gaat het vergoedingspensioen voor een rechthebbende in op de eerste dag van de maand die volgt op deze gedurende dewelke het slachtoffer van het schadelijk feit is overleden, voor zover de pensioenaanvraag geldig  wordt ingediend voor het einde van de derde maand die volgt op deze van het overlijden; wanneer de aanvraag niet wordt ingediend binnen de vermelde termijn, gaat het pensioen in op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag geldig wordt ingediend.

3. Onderzoek van de aanvraag

a. Ontvankelijkheid

Vanaf ontvangst van de aanvraag, onderzoekt de Pensioendienst voor de Overheidssector of de aanvraag in aanmerking kan worden genomen.

Dit gebeurt o.m. door het sturen van een vragenlijst naar de aanvrager teneinde meer informatie te krijgen.

De ingevulde vragenlijst moet worden teruggezonden en vergezeld zijn van verklaringen die (alleen of samen met andere documenten) bewijzen dat het aangevoerde schadelijk feit zich heeft voorgedaan gedurende en door de dienst en de oorzaak is van de lichamelijke schade. De aanvrager heeft immers de bewijslast. Dit bewijs kan door alle middelen geleverd worden (getuigen, vermoedens, …).

– Voorbeelden

– verklaringen van personen die getuige waren van het schadelijk feit. Als bij het ongevallendossier, opgemaakt door de hiërarchische oversten, één of meerdere getuigenverklaringen werden gevoegd, moet de aanvrager deze niet opnieuw opsturen omdat de PDOS een kopie van het ongevallendossier opvraagt;

– indien er geen getuigenverklaringen zijn, verklaringen van personen die, hoewel ze geen getuige waren van het schadelijk feit, vaststellingen hebben gedaan in verband met de gevolgen ervan, onmiddellijk na het schadelijk feit;

– verklaringen van oversten, die bevestigen dat de aangevoerde schadelijke feiten zich hebben voorgedaan gedurende en door de dienst (indien geen ongevallendossier werd opgemaakt);

– processen-verbaal;

– medische attesten, waaruit de onmiddellijke verzorging van het letsel blijkt (met vermelding van de datum en het uur van de verzorging);

– bewijzen van hospitalisatie en medische verzorging.

Indien deze documenten niet als bijlage bij de vragenlijst kunnen verzonden worden, dienen zij zo spoedig mogelijk gestuurd te worden naar:

Federale Pensioendienst (FDP) – Ambtenarenpensioenen Contact Center – Zuidertoren – 1060 BRUSSEL.

b. Geneeskundige expertise

De aanvrager wordt onderworpen aan een geneeskundige expertise uitgevoerd door de Gerechtelijk Geneeskundige Dienst (GGD) van de Federale Overheidsdienst

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Indien het recht op vergoeding niet vastgesteld schijnt, wordt de aanvraag rechtstreeks overgemaakt aan de commissie voor vergoedingspensioenen en vervolgens, indien er reden toe is, aan de GGD.

Er wordt op gewezen kennis te nemen van de nota JSP-S/P 5340 van 31 Jan 01 inzake de terugbetaling van de door de oproeping voor de GGD of voor de commissies voor vergoedingspensioenen aangerichte onkosten.

c. De commissie voor vergoedingspensioenen

De kamer van de commissies voor VergoedingsPensioenen (administratief Rechtscollege) zal op basis van  het verslag van het geneeskundig onderzoek opgemaakt door de GGD en het administratief rapport van de commissarisverslaggever het dossier beoordelen. Zij stellen een met redenen omkleed advies op, waarin zij de gegevens van het dossier, de gebeurlijke tegenstrijdigheden en alle andere overwegingen doen uitkomen. Vervolgens doen zij de zaak door de secretaris op de rol inschrijven en wordt de betrokkene uitgenodigd te verschijnen voor de commissie om het dossier te behandelen.