Vergoedingspensioenen – doel
Deze specifieke procedure over de vergoedingspensioenen vormt enkel een leidraad en opent geen enkel recht, maar heeft uitsluitend tot doel een overzicht van de actueel geldende wettelijke en reglementaire bepalingen te geven;
Er dient eveneens op gewezen dat de wetgeving betreffende de vergoedingspensioenen tot de bevoegdheid behoort van de Minister die de pensioenen, dat de wetgeving betreffende de invaliden en gehandicapten tot de bevoegdheid behoort van de Minister die de sociale zaken en dat de hulp aan gehandicapten, sociale integratie, begeleiding en huisvesting van gehandicapten tot de bevoegdheid van ofwel de Gemeenschappen ofwel de Gewesten behoren.
Wat zijn de vergoedingspensioenen?
1. Geschiedenis
Oorspronkelijk waren de Samengeordende Wetten op de Vergoedingspensioenen (SWVP) een wetgeving als gevolg van de oorlog 40’-45’ en hadden tot doel de militairen of gelijkgestelde slachtoffers van de oorlog te vergoeden. Eigenlijk werden de eerste kaderwetten ontwikkeld na W.O. I. , waarvan het toepassingsgebied van de SWVP later na de W.O.II, verfijnd en uitgebreid werden tot de militaire slachtoffers in vredestijd. Sommige bepalingen uit de oorlogstijd zijn echter van toepassing in vredestijd, zoals dit het geval is voor de ontmijners in het kader van sommige opdrachten en voor militairen, die aan opdrachten buiten het nationale grondgebied in een bepaalde statutaire deelstand of de bezette functie, deelnemen.
2. Wat zijn de S.W.V.P.
De S.W.V.P. zijn dus de “militaire tegenhanger” van de burgerlijke wetgevingen betreffende de arbeidsongevallen, traumatisme en de beroepsziektes. Er dient op gewezen dat ze weinig gemeen hebben en zeker niet wat de procedure betreft. Deze specifieke procedure, moet strikt worden nageleefd op straffe van eventuele financiële verliezen die belangrijk kunnen zijn.
Wat vergoeden de vergoedingspensioenen?
1. Vergoeding
Al de krachtens de S.W.V.P. toegekende pensioenen en vergoedingen vormen een forfaitaire “vergoeding” die de lichamelijke schade, zowel de materiële als de morele, volledig dekt. De toekenning van het pensioen sluit de latere toekenning uit, voor hetzelfde schadelijke feit, van een vergoeding ten laste van de Openbare Schatkist die zou voortvloeien uit de toepassing van de Art 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Het wordt dus theoretisch niet meer mogelijk de Belgische staat voor hetzelfde schadelijke feit voor de rechtbanken te vervolgen.
Indien een dergelijke vergoeding krachtens Art 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en ten laste van de Belgische Staat al werd toegekend, wordt zij in mindering gebracht van het bedrag van het pensioen en van de vergoedingen.
2. Verantwoordelijkheid van de Staat of van een derde: principes en procedure
(1) Principes
(a) Het vergoedingspensioen dekt de verantwoordelijkheid van de Staat maar ook van het Staatsorgaan (bijvoorbeeld een andere militair of een ambtenaar) in de uitoefening van zijn ambt, materiële verwekker van het ongeval, dat aanleiding kan geven tot de toekenning van het vergoedingspensioen.
Zo, als een vergoedingspensioen toegekend wordt, is de procedure voor de gewone rechtscolleges op grond van Art 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek tegen het Staatsorgaan dat de schade heeft veroorzaakt, theoretisch uitgesloten, zelfs voor het gedeelte van de schade dat niet wordt gedekt door het vergoedingspensioen. Dit sluit dus niet de vergoeding uit door andere staten, organisaties of rechts- en natuurlijke personen op grond van Art 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek.
(b) Wanneer de verantwoordelijke van de schade een derde is die geen orgaan van de Staat is of die een Staatsorgaan is die buiten de uitoefening van zijn ambt is, dan belet de toekenning van een vergoedingspensioen geenszins dat het slachtoffer van het ongeval in gemeen recht zou optreden tegen de verantwoordelijke. Het cumulatieverbod vervat in Art 1, vijfde lid van de SWVP geldt dan immers niet. In het geval van een ongeluk dat aan een persoon te wijten is die geen Staatsorgaan is, kunnen een vergoedingspensioen Uen een vergoeding krachtens Art 1382 e.v. B.W. tegelijkertijd aangevraagd en toegekend worden.
(2) Procedure
(a) Aangezien de aanvraag tot het bekomen van een vergoedingspensioen geen verplichting doch slechts een mogelijkheid is voor de rechthebbende, zal voor deze laatste een keuze worden gemaakt door het administratief rechtscollege voor vergoedingspensioenen tussen verschillende oplossingen:
(i) ofwel de aanvraag tot toekenning van een vergoedingspensioen (ter herinnering: wanneer dit vergoedingspensioen wordt toegekend, is een procedure van gemeen recht tegen de Staat of één van zijn organen theoretisch uitgesloten);
(ii) ofwel de procedure voor de gewone rechtscolleges op basis van de Art 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, indien men van oordeel is dat de gemeenrechtelijke schadevergoeding voordeliger is.
(b) De keuze zal onder meer afhangen van volgende elementen:
(i) de bewijsmogelijkheden: indien het slachtoffer moeilijkheden heeft om de drie bewijselementen van gemeen recht, meer bepaald de schuld van het Staatorgaan, de schade en het oorzakelijk verband tussen de schade en de schuld, aan te tonen, kan het voor hem gemakkelijker zijn te bewijzen dat het ongeval hem overkomen is in dienst en door de dienst ;
(ii) de financiële toestand van het slachtoffer: de gemeenrechtelijke procedure is omslachtig en vergt financiële inspanningen van het slachtoffer (rolrechten, erelonen advocaat, …);
(iii) bovendien geeft zij geen enkele zekerheid over de toekenning van enig bedrag. Het vergoedingspensioen wordt daarentegen in functie van nauwkeurige criteria bepaald en neemt een aanvang op een welbepaald tijdstip.